Rijssense roots van Vriezenveense bakkersdochter

Praat een uur met Dirkje Nijeboer-Veneman (90) en je voelt haar drang naar het doppen van de eigen boontjes. Op 23-jarige leeftijd startte ze met een winkel in textiel. “Als ik m’n leven opnieuw zou kunnen doen, zou ik hetzelfde wéér doen”. Een gesprek met een zelfverzekerde en wakkere oud-onderneemster in ruste.

Dirkje, roepnaam Dick, werd in 1933 geboren in het interbellum tussen de WO I en WO II. De bijbehorende armoede van die tijd ontging haar grotendeels aangezien men thuis een bakkerij exploiteerde. “Er was eigenlijk altijd wel wat te eten. Maar ik weet ook nog wel dat mijn grootvader brood wegbracht en niet betaald wilde worden door mensen met échte armoede op de Westerhoeven, een toentertijd armoedig buurtschap achter Vriezenveen, richting de turfvelden aldaar. Mijn vader was bakker, nam de bakkerij van zíjn vader over en trouwde ook nog eens met de Rijssense bakkersdochter Aleida Kraa. Ik kom uit een gezin van 6 kinderen waarvan al drie zussen ontvallen zijn. We moesten, buiten schooltijden, vanzelfsprekend meehelpen in de bakkerij. Zaterdagsmiddags maakten we met ons hele gezin de baktroggen, de vloer en de winkel weer spik en span voor de volgende week. Nee, we zijn nooit verwend geweest, daar heb ik nu nog profijt van. Tijdens de oorlog had ik wel vitamine D tekort met als gevolg beginnende Engelse Ziekte. Ik ben er gelukkig goed doorgekomen, we kregen samen óók 6 kinderen. “Ach, er zijn altijd mensen die wat te klagen hebben. Over het eten hier op Maranatha bijvoorbeeld, maar ik kan zeggen dat het allemaal prima voor elkaar is. De zorg is gewoon goed, schrijf dat maar op”.

De zorg is gewoon goed, schrijf dat maar op.

Het ondernemerschap van mevrouw Nijeboer blijkt uit het feit dat ze in 1956 op 23-jarige leeftijd een textielwinkel startte aan het Westeinde, direct naast het kanaal en tegenover de uitspanning Zandwijk. Ik voelde mezelf niet als logische opvolger van de bakkerij, maar ik zag wel brood in de textielwinkel. We verkochten ondergoed, pyjama’s, handdoeken en theedoeken, dat soort handel. En niet te vergeten: doopjurkjes. Wat hébben we er veel verkocht aan mensen uit Rijssen. Om de winkel actueel te houden moest ik dus zelf pionieren, naar beurzen toe, kijken naar hoe je je kunt onderscheiden van de concurrent. Enige trots heb ik toch wel moet ik helaas zeggen, want op de gevel van de winkel kwam Dick Veneman te staan. En géén Dick Nijeboer. Weet je waarom?, Bakkerij Veneman stond goed bekend en daar wilde ik van profiteren. Ik heb de winkel 42 jaar gedaan en ben er op mijn 65ste mee gestopt. Toen vond ik het wel welletjes, internet en dat soort dingen was niet wat voor mij.

“Wat ook gezegd moet worden, is dat ik altijd heel veel ondersteuning heb gehad van mijn man. Hij was mijn maatje. Dat was niet zo
heel gebruikelijk in die tijd misschien, maar hij hielp me overal mee. Ook met het huiswerk voor onze kinderen bijvoorbeeld. Hij was zelf bouwkundig opzichter bij bouwkundig bureau Beijert en Alting uit Groningen. Hij was gespecialiseerd in grotere complexen zoals verpleegtehuizen en scholen. Mijn man overleed in 2013 aan een hartstilstand toen hij aan het werk was op zijn stukje land. In 2018 zijn er twee schoonzoons kort achter elkaar overleden. Drie sterfgevallen van heel dichtbij, dat ís wat!”

Na 89 jaar in Vriezenveen te hebben gewoond, verhuisde Dick Nijeboer-Veneman in augustus 2022 naar Rijssen. “Mijn zus zit hier ook en de meeste kinderen van ons wonen hier. Kerkelijk waren we altijd aangesloten bij de Gereformeerde Gemeente Wierden. Vanaf dat ik hier woon, luister ik altijd naar dominee Den Haan van West. Daar kun je goed naar luisteren”.

Ik voel me hier thuis. Ik begeef me snel en makkelijk tussen de mensen.

Op Maranatha is het goed toeven. Ik ga twee keer per week naar de Kuijerhook. Daar doen we leuke activiteiten zoals sjoelen, bingo en spreekwoorden raden. En wat ik het leukste vind, is dat we daar zelf koken. Althans, je helpt mee met de bereiding ervan. De rest van mijn tijd op Maranatha heb ik eigenlijk altijd volk over de vloer, kinderen, kleinkinderen, maar ook andere mensen. Ik voel me hier thuis. Ik begeef me snel en makkelijk tussen de mensen. Dat heb ik van huis uit, maar ook vanuit de winkel wel meegekregen. Nee, ik ben bepaald géén einzelgänger! En ik lees veel. Mijn man zat veel in theologische boeken te lezen. Ik maak heel graag gebruik van de boekenkast hierbeneden naast de lift. Die boekenkasten mogen wat mij betreft wel verdubbeld worden”.